interpellatie :

Interpellatie naar aanleiding van de terechtwijzing van de minister van onderwijs
 

Geachte gedeputeerde

Mijn hart bloedt als men op politiek vlak én in de pers de grote woorden begint uit te halen over ons Limburgs onderwijs. En wat erger is, de bewoordingen worden gradueel steeds ellendiger.
De kans om de grote woorden uit de kast te halen, krijgt men natuurlijk omdat er niet snel genoeg wordt gereageerd naar de uitwerking van concrete acties voor dit Limburgse onderwijs.
Ik haal even kort enkele citaten aan :
* Het Limburgse onderwijs is gebuisd (de onderwijsminister zelf)
* In sommige gemeente is de toestand van het Limburgse onderwijs dramatisch (uit HBVL 02-10-2015)

Binnen het SALK-dossier wordt er vanuit Vlaanderen een degelijke investering voorzien voor het onderdeel ‘opleiding’. Dit is voor projecten op korte termijn. Het budget is 4 miljoen euro. Vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF-middelen) wordt nog eens 4,75 miljoen euro vrijgemaakt.

Als je de input voor het Limburgse onderwijs bekijkt, vanuit uw eigen provinciale kabinet, zijn er maar weinig nieuwe activerende, visionaire acties (of ze zijn nog niet uitgewerkt). Jammer!

Vandaar toch enkele pertinente vragen betreffende het actieplan omtrent ons Limburgse onderwijs:
* Is het inderdaad zo dat het diepteonderzoek van de gouverneur over het Limburgse onderwijs weinig nieuwe elementen naar voor heeft gebracht? En waarom is er dan blijvend gewacht om acties te ontwikkelen vanuit de provincie? Een proactieve aanpak is vaak beter dan achteraf brandjes te blussen. U hebt waarschijnlijk ook gezien dat ik zelf een aantal voorstellen, proactief, aan de verschillende gemeentebesturen in Limburg heb bezorgd. Met trouwens aardig wat respons van verschillende Limburgse gemeentebesturen! Concretisering op het werkveld is er nodig! Als ik als ‘gewoon provincieraadslid’ hier beweging in kan brengen, dan moet u toch ook nog andere deuren kunnen openen. Maar ik zie erg weinig beweging.

* Aangezien er grote verschillen op gemeentelijk niveau zijn betreffende de aangegeven knelpunten in het Limburgs onderwijs, is het toch niet meer dan logisch dat er acties uitgewerkt worden, ook al overstijgen die de bevoegdheden van de gedeputeerden. Kan u me verzekeren dat er op een voldoende professionele manier met elkaar gesproken wordt? Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat er binnen de deputatie er toch erg grote moeilijkheden zijn om te kunnen samenwerken. Zorg er alstublieft voor dat onze Limburgse jongeren, onze toekomst, niet de dupe worden van politieke twisten.
* Is er nu eindelijk al een gecoördineerde aanpak opgestart omtrent het Limburgse onderwijs?
Met andere woorden : welke concrete stappen zijn er ondertussen gezet tegenover de opgeworpen, kritiek van de minister van onderwijs betreffende het Limburgse onderwijs en haar knelpunten?
* Hoever staat het ondertussen met de organisatie van ‘de staten generaal’ voor het Limburgse onderwijs? Of wordt dit niet georganiseerd? Ook op dit vlak is er weinig concrete beweging te merken, of ligt het echt zo moeilijk om binnen de deputatie op één lijn te komen?
Ten slotte hebt me beloofd om in juni navraag te doen aan het Regionaal Overlegplatform Leren & Werken om inzage te krijgen in de ingediende proeftuinen. Tot op heden heb ik daarover nog geen terugkoppeling mogen ontvangen. Hopelijk mag dit nog snel volgen?

Over mijn andere schriftelijke vraag omtrent cijfergegevens naar tewerkstelling na 1 jaar afstuderen binnen het provinciaal onderwijs, en dit per onderwijsvorm, kreeg ik als antwoord dat u hierover geen cijfergegevens bezit.
Ook op mijn vraag naar de ‘braindrain’ vanuit het provinciaal secundair onderwijs en het hoger onderwijs, kon u me geen cijfers geven.
Nochtans lijken me de antwoorden op deze vragen toch erg belangrijke beleidsgegevens te bevatten om eventueel mogelijke bijsturingen te kunnen doen.
Als verantwoordelijke gedeputeerde binnen de raad van bestuur, lijkt het me toch zinvol om hier achteraan te gaan. Deze schriftelijke vragen dateren al vanaf april 2015. De vraag omtrent de braindrain had ik al gesteld in november 2014. Tijd genoeg dus om scholen te bevragen om hun outputgegevens te overhandigen en op basis van deze gegevens me al een eerste zicht te geven op de gevraagde informatie.
Ik kijk dus hoopvol uit naar de antwoorden op mijn gestelde vragen.