Een politiek van bescheidenheid

Op 22 januari 2024

Naar aanleiding van het verkiezingsjaar 2024 stelt onze afdelingsvoorzitter de vraag hoe we de komende beloftentsunami het hoofd kunnen bieden. Iedereen heeft de mond vol van verandering, maar wat is zinvolle verandering? Moeten we als politici en als kiezer misschien wat meer realiteitszin, wat meer bescheidenheid tonen?

Het nieuwe jaar is nauwelijks drie weken oud, de verkiezingen zijn nog maanden ver, maar toch begint de verkiezingskoorts toe te slaan. Op sociale media en in de duidingsprogramma’s worden we om de oren geslagen met reclame en beloftes, betaalde promoties en provocaties. De inzet is dan ook enorm: nog nooit was de onvrede zo groot en zo tastbaar, en elke partij probeert wanhopig die stormwind in de zeilen te vangen. Iedereen belooft op zijn eigen manier een vorm van verandering. Het moet beter, het moet anders. Wanneer we echter doorvragen wat ‘anders’ dan zal zijn, komen we vaak niet verder dan vage platitudes. Verandering is vaak niet meer dan een andere kop op dezelfde stoel, een andere kapitein aan het roer van hetzelfde defecte schip. Verandering is nodig, broodnodig, maar het moet meer zijn dan een nieuw kleurtje tegen de muren van de Wetstraat. Het huidige opbod van campagnebeloftes en beleidsvoorstellen geeft weinig hoop, de politiek blijft in hetzelfde bedje ziek... wat nodig is om tot echte verandering te komen is misschien de moed om een stap terug te nemen, ... noem het maar een bescheiden politiek.

De juiste man op de juiste plaats?

Over de bron van de onvrede die ontegensprekelijk leeft onder grote delen van het electoraat zijn ondertussen hele epistels geschreven. Ik focus me in deze tekst op een eerste zware fout waarmee de traditionele politiek zich in de eigen voet schoot. Onder de bevolking leeft het idee dat politiek al lang niet meer over de gewone man in de straat gaat. Niemand gelooft nog dat de heren in de Wetstraat of in het gemeentehuis bezig zijn met het gemakkelijker maken van ons dagdagelijks leven, de indruk die heerst is vaak omgekeerd. De oorzaken zijn legio, maar als we de politiek willen bijsturen kijken we best naar waar de politiek zelf in de fout ging.

Politiek is een raar beest: wanneer het zich bezighoudt met de taken waarvoor het werd ingericht stelt het een samenleving in staat complexe, maar nodige samenwerkingsverbanden te organiseren. Er zijn zaken die we als samenleving niet georganiseerd krijgen zonder centrale coördinatie. Het land verdedigen tegen een agressor is quasi onmogelijk zonder iemand die het overzicht heeft. Er moet een vorm van gezag zijn dat er voor zorgt dat de wetten die we samen afspraken gelijk worden toegepast en waar nodig afgedwongen. Buitenlands beleid vraagt een zekere gelijkstemming. Het probleem is dat de lijst daar al stilaan stopt. Politiek is duurder, trager,  minder efficiënt en minder kwalitatief dan wat de samenleving zelf doet in zowat alles. Het is daarom dat politiek enkel aangewend dient te worden in uitzonderlijke gevallen waar de voordelen opwegen tegen de inherente nadelen.

Ik keek net als u afgelopen jaar met verstomming naar de klimaatactivisten die er in hun acties vaak volledig over gingen. Hoewel ik het beschadigen van kunst, of het blokkeren van het verkeer, afkeur snap ik ergens hun frustratie. Naar hun aanvoelen doet de politiek te weinig en is ze te traag in de aanpak van een ernstig probleem. Mijn vraag aan hen: “Wat had je verwacht!? Je richt je tot politiek!” Politiek gaat de klimaatproblematiek niet oplossen. Politiek gaat niet zorgen voor sociale gelijkheid. Politiek gaat het onderwijs niet verbeteren. Politiek gaat armoede niet oplossen. Niet omdat het dat niet wil, ... omdat het dat niet kan!

Wanneer u thuis vaststelt dat de keuken onder water staat belt u een loodgieter. De kans bestaat dat als u de bakker om hulp zou vragen, die er in zou slagen om het euvel te herstellen. Niks tegen bakkers. Het werk zal waarschijnlijk wel langer duren en van mindere kwaliteit zijn. Van politiek verwachten dat ze de klimaatproblematiek oplost is als vragen aan uw bakker om uw verwarmingsketel te herstellen: in het beste geval kost het u meer geld voor minderwaardig werk waar u langer op wacht, in het slechtste geval wordt het een puinhoop. Er valt iets te zeggen van kiezen voor diegene die het best geplaatst is voor de taak voorhanden. Politiek is zelden het beste geplaatst.

Daar verraadt zich de essentie van het probleem. Politiekers doen ons al wat graag geloven dat ze voor alles het best geplaatst zijn. Geen probleem te groot of een politieker belooft het voor u en mij op te lossen. De kolos van een overheid die nu ligt te verteren in Brussel is er gekomen door politici die, los van elke realiteitszin, maar verantwoordelijkheden bleven opstapelen. Alles zouden ze voor ons regelen of oplossen. Zonder vragen te stellen, misschien zelf zonder al te veel nadenken, hebben we hen geloofd. Laat ons eerlijk zijn, we wouden hen ook maar al te graag geloven. Toen het nog allemaal niet op kon was het heel gemakkelijk om te denken: “ze moeten het maar oplossen.” Hoe groot moet de chaos nog worden voor we willen beseffen dat ‘ze’ er echt niet goed in zijn, en dat we het misschien gewoon beter zelf doen?

Onrealistische beloftes, onrealistische verwachtingen

We moeten als burgers durven toegeven dat we te veel van onze politici zijn gaan verwachten. Interpreteer dit niet als pessimisme, dit is een hoopvolle vaststelling. Oplossingen komen pas als het probleem accuraat wordt vastgesteld en het probleem is dat we onze problemen opgelost wouden zien door instellingen die daar ongeschikt voor zijn. Oplossingen komen pas als we beseffen dat we de sleutel vaak zelf in handen hebben, in onze eigen familie, onze eigen buurt, ons eigen netwerk.

We hebben als burgers te veel verwacht, maar de oorzaak daarvan is dat politiekers ook maar al te graag te veel beloofd hebben. Politiek is besmet door het slechtste van de managerscultuur: Bezig lijken want anders gaan ze denken dat ze ons niet nodig hebben. Achter de schermen de logistiek van een samenleving regelen, in stilte formulieren invullen, is niet sexy en wint je geen verkiezingen. Beloven, beloven, beloven... voorstellen, voorstellen, voorstellen... elke zevende dag opnieuw. Politiekers beloofden de afgelopen jaren alles van betaalbaar wonen tot zelfs het genezen van kanker. Vanaf wanneer mogen we spreken van een messiascomplex? Hiermee wordt de onvrede elke verkiezingscyclus verder gevoed... met de huidige situatie van absolute afkeer van het gehele politieke proces als triest sluitstuk.

Het tij zal op vier maanden, in één verkiezingscampagne niet gekeerd worden, maar het begin moet gemaakt worden. Het is tijd voor een politiek van bescheidenheid. Politiekers die durven zeggen: “Daar is de politiek niet geschikt voor”, “Dat kan een overheid niet”. ‘Wie gaat er dan de wereld redden?’ Vroeg Rik Torfs in 2009. Alvast niet de politiek, hoe sneller we dat met zijn allen durven toegeven hoe sneller we naar een oplossing kunnen bewegen, hoe sneller we tot echte en zinvolle verandering komen. Verandering kan niet enkel ‘andere politici’ zijn. Echte verandering is een andere politiek: een politiek die zijn plaats kent. Een politiek van bescheidenheid.

Als samenleving bijsturen, weg van politiek naar eigen initiatief, is een suggestie waarover uiteraard veel meer gezegd kan worden, van het hervormen van ons belastingssysteem tot het herschikken van onze overheidsinstellingen. Daar zullen we zeker nog over in gesprek gaan. Stay tuned!

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is